Coaching

1. Zelfvertrouwen, leren vanuit je eigen authenticiteit;

• Je kunt je onzeker, klein, minderwaardig voelen door je ziekte en beperkingen.
• Je wilt niet laten zien dat je iets niet kunt.
• Je weet niet hoe je je presenteert bij je huidige werkgever of bij het solliciteren.
• Je hebt angsten en onzekerheden omdat je niet weet wat er nog komen gaat met deze ziekte of beperking.
• Je bent mogelijk meer afhankelijk geworden van je omgeving en je past je maar aan omdat je vindt dat je ook dankbaar moet zijn voor alle hulp.

We werken er naartoe dat je jezelf waardeert om wie je bent ook met deze ziekte en dat je op kunt komen voor jezelf en je laat zien zoals je bent.

2. Emoties, constructief omgaan met emoties;

• Je kunt veel emoties ervaren rondom het hebben van een ziekte en de gevolgen daarvan.
• Herken je gevoelens van frustratie, boosheid, angst, machteloosheid, onzekerheid, schaamte, verdriet of eenzaamheid? Op zich is dat normaal, maar soms kan het teveel zijn of te lang duren. Deze emoties en gevoelens kunnen je dan vasthouden in een te beperkt leven, terwijl er meer mogelijk is.
• Een spreuk van Loesje is: “Chronisch ziek zijn vraagt bijna om chronisch optimisme”. Ik noem het liever veerkracht om bij alle onzekerheden, veranderingen of tegenslagen een weg te vinden en je leven echt te leven.

We werken er naartoe dat je ruimte maakt voor deze emoties, dat je er constructief mee om kan gaan en dat je emoties uiteindelijk minder weerslag hebben op je leven en je lijf.

3. Zingeving, heroriëntatie met je ‘nieuwe’ ik;
Meestal verandert je ziekte of aandoening je in wie je bent. Het vraagt om een heroriëntatie over wie en wat je bent. We kunnen bijvoorbeeld kijken naar:

• Welke identiteitsverandering je ondergaat.
• Je (verborgen) kwaliteiten en eigenschappen en hoe je die kunt versterken.
• Welke waarden belangrijk voor je zijn en hoe je deze nu (anders) kunt invullen.
• Op welke manier je je leven (weer) zinvol kunt inrichten.
• Nieuwe perspectieven en mogelijkheden in je leven waar je energie en plezier uithaalt.

We werken er naartoe dat je regie ervaart in je leven. Rekening houdend met je energie richt je een levensstijl in met wat écht belangrijk voor jou is, dus naar jóuw waarden. We kijken naar wat er nodig is om dat te bereiken zodat de kwaliteit van je leven verbetert.

4. Verlies, wat ben je allemaal kwijt en hoe dit te accepteren;
Als je te maken hebt met een chronische ziekte verlies je daarmee vaak een deel van je gezondheid. Je maakt hierdoor noodgedwongen een rouwproces door. In het rouw- en acceptatieproces is er aandacht voor je emoties, wat je allemaal verliest en wat er verandert en kijken we naar de waarden die hierbij een rol spelen.

• Je staat voor het accepteren van het verlies van je gezondheid.
• Je verliest je oude vertrouwde leven. Je moet je leven steeds bijstellen.
• Je verliest je onbevangenheid. Je moet nu veel meer berekenend leven.
• Je ervaart wellicht verlies van vrijheid en zelfstandigheid.
• Je staat misschien voor het feit dat er hulpmiddelen of aanpassingen in huis nodig zijn en je ervaart een hoge drempel om zo’n middel te gebruiken. Het zogenaamde hulpmiddel ervaar je wellicht eerder als een obstakel.
• Je hebt te maken met ingrijpende veranderingen tussen jou en je partner, andere relaties of ook op het gebied van werk, ontspanning, maatschappelijke en financiële positie.

We werken er naartoe dat je de geleden verliezen en je ziekte kunt integreren in je leven. Daarbij hebben we aandacht voor mogelijkheden en ander perspectief waardoor het leven ook weer leuk kan worden en zijn.

5. Pijn, slapen, eetbuien, overprikkeling, leren om invloed te hebben;
Vooral bij deze klachten helpt mindfulness.

• Je hebt last van fysieke pijnen en je leven wordt er te veel door bepaald.
• Je bent snel overprikkeld door alle zintuigelijke indrukken.
• Je bent moe of zelfs oververmoeid.
• Je slaapt erg veel of je hebt last van slapeloosheid.
• Men zegt: ”ga niet over je grens”, maar waar ligt die grens überhaupt?
• Je eet te veel en/of ongezond misschien wel ‘omdat je al zoveel moet laten’.

We werken er naartoe dat je meer invloed en regie ervaart om de vervelende sensaties te verminderen of anders te gaan ervaren.
Je slaap beter, je eet gezonder, er is meer balans tussen belasting en belastbaarheid en je gezondheid is daardoor stabieler. Je bepaalt nu zelf wanneer je over je grens gaat, omdat het je waard is.

6. Sociaal, omgaan met je omgeving;

• Je hebt moeite met afhankelijk zijn van anderen.
• Je voelt je bezwaard omdat je vaak afspraken moet afzeggen.
• Je hebt moeite met grenzen bewaken en opkomen voor jezelf.
• Je ervaart onbegrip van je omgeving en daardoor voel je je alleen.
• Je vindt het lastig om hulp te vragen.
• Je hebt moeite met “nee” zeggen.
• Je maakt je druk wat je omgeving van je zou kunnen vinden nu je anders bent of doet dan voorheen (hulpmiddel, andere motoriek, etc.).
• Je durft geen nieuwe relaties (vriendschappen of liefdesrelatie) aan te gaan.
• Je twijfelt of je wel leuk genoeg gevonden wordt met deze ziekte of beperking.
• Je mist intimiteit of je durft je letterlijk niet bloot te geven.

We werken er naartoe dat je in staat bent op te komen voor je zelf zonder je bezwaard te voelen. Je staat gelijkwaardig in je vriendschappen werk en andere relaties. Je voelt je waardig in jouw leven. Je leeft vanuit je eigen authenticiteit vanuit wie je nu bent. Je bent niet je ziekte.

7. Partner en belangrijke anderen;
Vaak genoeg komt degene met de beperking of de ziekte meer centraal te staan en kom jij als partner of belangrijke naaste in een meer verzorgende rol terecht. Deze verschuivingen in rollen kan de relatie flink veranderen en onder druk zetten.
Hiervoor is ruimte in een gesprek met zijn drieën of alleen in gesprek met jou als partner of belangrijke naaste.

• Jouw leven verandert nu ook en jij hebt ook behoefte om de veranderingen en je emoties te bespreken.
• Je kunt (over)bezorgd zijn voor je zieke partner met als bijeffect dat je partner dit mogelijk als te benauwend ervaart.
• Je hebt geen ruimte voor eigen activiteiten maar je staat ‘in dienst’ van de partner.
• Je gaat wellicht te omzichtig om met de zieke partner je houdt hem of haar te veel uit de wind.
• Je zieke partner reageert veel boosheid en frustratie af op jou. Hoe ga je hiermee om?
• Je rol verandert naar mantelzorger. Hoe blijf je gelijkwaardig in de relatie met je partner of belangrijke naaste?
• Je mist de gebruikelijke intimiteit en/of seksualiteit met je partner.

We werken er naartoe dat je ook je plek durft in te nemen in de relatie en dat jullie samen elkaar opnieuw vinden in een gelijkwaardige relatie.

8. Solliciteren, werk en vrijwilligerswerk, krachtig presenteren en jezelf zijn in je werk;
Beter afgewezen worden om wie je echt bent dan geaccepteerd worden om wie je niet bent

• Je wordt doodmoe van het verstoppen van je ziekte of je beperkingen.
• Je gaat te veel over je grens. Het weekend gebruik je alleen nog maar om te herstellen en op te laden voor de nieuwe werkweek.
• Je ervaart schaamte omdat je niet helemaal mee kunt komen.
• Je weet niet goed hoe je jezelf moet presenteren binnen je werk of bij een sollicitatie.
• Je durft niet goed om aanpassingen te vragen die jou in het werk verlichting kunnen geven.
• Je durf niet te solliciteren omdat je ‘een verhaal’ hebt en niet weet of deze werkgever wel op jou zit te wachten.
• Je bent zeer gemotiveerd en gedreven in je werk. Deze baan wil je graag houden en je forceert jezelf te veel om te voorkomen dat men denkt dat je niet goed presteert.

We werken er naartoe dat je in je kracht staat in je (toekomstige) werk, je jezelf kunt zijn en je niet druk maakt om wat anderen van jou vinden. Je durft te vragen wat je nodig hebt en je kunt jezélf presenteren in je werk of bij solliciteren.